Paarden die ’s winters niet in de wei staan, moeten vanzelfsprekend wennen aan de overgang van paddock naar weiland. Niet alleen je paard moet hieraan wennen, ook de darmflora van je paard krijgt een grote voerverandering te verwerken. Het vochtige voorjaarsgras vol suiker is heel wat anders dan het droge ruwvoer wat in de winter vooral op het menu stond.
Risico’s van voorjaarsgras
Voorjaarsgras bevat veel suikers. Hoe zit dat? Om te groeien heeft voorjaarsgras suikers nodig. Al in het najaar slaat het gras veel sucrose en fructaan op. Deze suikers worden in het voorjaar gebruikt voor een snelle groei van het gras. Ook is eiwit nodig voor de groei van grasstengels. De hoeveelheid eiwit in gras stijgt daarom in het voorjaar, daalt in de zomer en stijgt weer in het najaar. Gras wat nog moet groeien bevat weinig structurele vezels, maar wel veel suikers wat de darmflora uit balans kan brengen en voor hoefbevangenheid zorgen. In dit blog lees je meer over de link tussen suikers in het gras en hoefbevangenheid.
Hoe ontstaan suikers in gras?
Suiker is de belangrijke bouwsteen voor de groei van gras. Maar hoe ontstaan deze suikers in gras? Met hulp van lucht, water en zonlicht produceert gras suikers. Hoe? Met fotosynthese. Dit is een proces waarbij een plant voedsel en zuurstof maakt. Hierdoor worden de suikers in gras omgezet in vezels, die het gras nodig heeft om te leven. De meeste fotosynthese vindt plaats bij zonnig weer, wat betekent dat er ook meer suiker wordt geproduceerd. Tegelijkertijd groeit het gras ook meer bij warm weer, waardoor fructaan direct wordt gebruikt als bouwstof. Hierdoor blijft weinig fructaan achter in het gras.
Op bewolkte dagen vindt minder fotosynthese plaats, waardoor ook minder suiker geproduceerd wordt. Als teveel suiker wordt geproduceerd die niet gebruikt wordt voor de groei, wordt dit opgeslagen in de plant. Gedurende de dag kan het suikergehalte in gras verschillen vanwege de fotosynthese.